thermisch isoleren

Thermisch isoleren

Indien er in de bouwschil naden, voegen of gaten ontstaan (bouwknopen of koudebruggen), verliest het gebouw een deel van zijn luchtdichtheid en isolatie.

Deze openingen kunnen opgevuld worden met 1 component PU-schuim om de luchtdichtheid en isolatie-eigenschappen van het bouwelement te verzekeren.

Bouwknopen en warmteverlies 

Bouwknopen zijn de plaatsen in de gebouwschil waar twee of meer scheidingsconstructies samenkomen. Hier kan extra warmteverlies en condensatie optreden. Raamaansluitingen zijn typische bouwknopen en belopen voor een gemiddelde woning gauw 100 m! Vandaar het belang van een optimale thermische isolatie.

slecht geïsoleerd raam

Koudebruggen en thermische prestatie

Koudebruggen ontstaan in de overgangen van goed naar slechter thermisch isolerende bouwelementen, bv waar een koude buitenmuur in contact komt met een warme binnenmuur. In deze overgangen wordt de isolatieschil (= scheiding tussen binnen- en buitenklimaat) van het gebouw onderbroken. Op die plaats is de thermische weerstand lager dan de warmteweerstand in de rest van de bouwschil. Hierdoor ontsnapt warmte uit de woning en dringt koude binnen, wat leidt tot een hoger energieverbruik voor verwarming. Koudebruggen komen dus vooral voor bij overgangen tussen:

  • muur-muur, muur-dak, muur-vloer, muur-deur, muur-raam, muur-kozijn
  • muur-balkonfundering
  • muur-zonwering.

Ze komen ook voor bij:

  • Ongelijk aangebracht isolatiemateriaal
  • Spleten of gaten in de isolatieschil
  • Verschillende diktes in de isolatieschil en slecht sluitende ramen en deuren.
  • Mechanische bevestigingen

Lineaire koudebruggen leiden tot:

  • Warmteverliezen
  • Verhoogde kans op condensatie en schimmelvorming
flexifoam

Thermische geleidbaarheid van de bouwschilelementen en het verbindende materiaal

Een bouwschil is samengesteld uit verschillende materialen (steen, isolatie, glas, hout, aluminium, PVC…), allemaal materialen met een verschillende warmtegeleidingscoëfficiënt, λ-waarde of  (lambda-waarde ).Hoe hoger de lambda-waarde, hoe beter het materiaal warmte geleidt en hoe minder goed het isoleert, dus hoe lager de isolatiewaarde. Steen heeft bijvoorbeeld een veel lagere isolatiewaarde dan PU-isolatie, m.a.w. voor eenzelfde isolatiewaarde moet een veel dikkere laag stenen gebruikt worden dan bij PU-isolatie.

Niet enkel de λ-waarde van de bouwschilelementen is belangrijk, maar ook die van de materialen gebruikt om deze elementen met elkaar te verbinden, zijn cruciaal voor een koudebrugvrije, luchtdichte bouwschil.

Zo is een uiterst isolerend raam pas zinvol wanneer ook de aansluiting met de geïsoleerde muur minstens even performant uitgevoerd wordt. Hierin biedt Flexifoam de oplossing. 

Flexifoam

Voordelen van isoleren met Flexifoam

 

  • Verzekert een luchtdichte afdichting.*
  • Hoge isolatiewaarde, thermisch en akoestisch. *
  • Zeer nauwkeurig doseerbaar waardoor snellere afwerking mogelijk is.
  • Hoge vormstabiliteit (geen krimp of postexpansie)
  • Groot vullend vermogen, maar zwelt minder fel uit
Benodigdheden